aangesloten bij:

Telefoon: 0299 - 654 348   •   0299 - 657 039

E-mail: fiolet@euronet.nl

Levensloop

Levensloopregeling

in het kort


Meer dan een alternatief voor vroegpensioen


De levensloopregeling wordt hét alternatief om eerder te stoppen met werken.: met die uitkomst kwam onderzoeksbureau Intomarkt GFK. Met de levensloopregeling kunnen werknemers fiscaal voordelig salaris sparen voor een periode van (onbetaald) verlof. Dit verlof kunnen zij gebruiken voor zorgtaken of sabbaticals gedurende de loopbaan, maar vooral ook om eerder te stoppen met werken.


Met de levensloopregeling die per 1 januari 2006 een feit is, krijgen werknemers het wettelijk recht op deelname aan een regeling die een alternatief vormt voor de fiscaal geblokkeerde VUT-regeling en vroegpensioen. De overheid wil VUT en vroegpensioen namelijk niet langer subsidiëren. Het belastingvoordeel voor deze regelingen komt daarom in 2006 te vervallen voor personen die per 1 januari 2005 jonger dan 55 jaar zijn.

  1. Ingaande 2006 kunnen werknemers sparen voor verlof of om eerder dan met 65 jaar te kunnen stoppen met werken.

  2. De inleg voor de levensloopregeling is belastingvrij. Wel wordt belasting ingehouden als het spaarbedrag (of een deel daarvan) wordt opgenomen, de zgn. omkeerregeling.

  3. Over de inleg worden de werknemerspremies WW en WAO ingehouden. Bij opname niet. Hierdoor blijven werknemers verzekerd van en wijzigt de pensioengrondslag niet.

  4. Werknemers kunnen per jaar maximaal 12 procent van hun salaris sparen tot een totaal van 210 procent. Dit betekent ruim twee jaar met verlof met een volledig inkomen. Nemen zij met minder inkomen genoegen, dan kunnen zij nog langer met verlof.

  5. Heeft een werknemer verlof opgenomen en is daarvoor het levenslooptegoed minder dan 210 procent van het salaris geworden, dan mogen zij dat aanvullen.

  6. Neemt een werknemer het tegoed op – of een deel daarvan – dan krijgt deze een belastingkorting van € 183 per gespaard jaar.

  7. Werknemers vragen vooraf toestemming aan hun werkgever om verlof op te nemen in het kader van levensloop. Als werkgever mag men weigeren, tenzij het ouderschapsverlof of zorgverlof betreft.

  8. Men kan als werkgever meebetalen aan de levensloopregeling, maar geen voorwaarden stellen aan het moment waarop de werknemer het verlof opneemt. Zodra één werknemer deelneemt aan de levensloopregeling, dan dient de werkgever eenzelfde bedrag aan de niet-deelnemende werknemers te betalen.

  9. Werknemers kunnen van de Belastingdienst niet tegelijkertijd meedoen aan de regeling levensloop én spaarloon. Jaarlijks moeten werknemers een keuze maken aan welke van de twee regelingen zij mee willen doen.

  10. Werknemers krijgen belastingvoordeel als zij het levenslooptegoed gebruiken voor ouderschapsverlof.